Themadag 5: presteren en motiveren

Met daarin resultaatgericht sturen, denken over motiveren, gezondheidsmanagement (gezondheid en vitaliteit) en praktische toepassingen.

Voorbereiding

Bestuderen

Werkopdracht

  • Beschrijf op welke onderdelen het Prestatie Afstemmings Model voor jou persoonlijk werkt of niet? In hoeverre beoordeel je de uitkomsten hiervan als voldoende of goed en waar kan er verbetering plaats vinden.
  • Is jouw organisatie ‘balanced’? Beschrijf dit aan de hand van de Balanced Scorecard.
  • Op welke wijze wordt de motivatie van mensen in de organisatie gestimuleerd? Beantwoord deze vraag aan de hand van het motivatiemodel volgens Vroom.
  • In hoeverre draagt de beloningssystematiek bij aan het functioneren van mensen in de organisatie? Wat gaat er hierbij goed? Welke ontwikkeling kan de organisatie nog maken?

Reflectieopdracht

  • Beschrijf een positieve ervaring die je hebt gehad met delegeren.
  • Beschrijf een voorbeeld van een situatie waarin je noodgedwongen verantwoordelijkheden moest overdragen of noodgedwongen iets gedelegeerd hebt gekregen.
  • Was het een goede beslissing om te delegeren of gedelegeerd te krijgen? Pas die op beide situaties toe.
  • Wat zijn voor jou de voorwaarden om te kunnen delegeren?
  • Wat levert het je nu op? Wat verwacht je dat het je in de toekomst zal opleveren?
  • Wat motiveert jou om door te zetten als het niet gaat zoals je graag wilt?
  • Wat is een sterke demotivator voor jou in je werk?
  • Wie motiveert jou? Wat doet diegene om jou te motiveren?
  • Welke vergeefse pogingen hebben anderen ondernomen om jou te motiveren? Voorbeelden. Waarom motiveerde het je niet?
  • Welke intrinsieke motivatoren herken je in je antwoorden? Welke extrinsieke motivatoren?
  • Op basis van bovenstaande vragen: wat zijn je inzichten en tot welke leervragen leidt deze reflectieopdracht?

Lezen

  • Boek Managementvaardigheden, hoofdstuk 3, 6 en 8.