Laten we het hebben over een onderzoek dat is uitgevoerd aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge, Massachusetts, in het noordoostelijke deel van de Verenigde Staten. Ze namen een groep studenten en gaven hen een reeks uitdagingen om hun prestaties te stimuleren door middel van drie niveaus van beloningen. Als je redelijk presteerde, kreeg je een kleine geldbeloning; bij een gemiddelde prestatie een gemiddelde geldbeloning; en de top performers kregen een grote geldprijs. Wat bleek uit de test met deze prikkels? Zolang de taken alleen mechanische vaardigheden vereisten, functioneerden bonussen zoals verwacht: hoe hoger de beloning, hoe beter de prestatie. Maar zodra de taken ook maar een basaal cognitief vermogen vereisten, leidde een grotere beloning tot slechtere prestaties. Dit is vreemd, nietwaar? Geld is een motivator op het werk, maar op een enigszins vreemde manier. Als mensen niet genoeg betaald krijgen, zullen ze niet gemotiveerd zijn. Het curieuze hier is dat de beste manier om geld als motivator te gebruiken is om mensen genoeg te betalen zodat ze niet aan geld denken, maar aan het werk zelf. Zodra dat gebeurt, blijken er drie factoren te zijn die volgens de wetenschap leiden tot betere prestaties en persoonlijke tevredenheid: autonomie, vakmanschap en doel. Steeds meer organisaties streven naar een transcendent doel, deels omdat dit het werkplezier verhoogt en deels omdat het de manier is om beter talent aan te trekken. We zien dat wanneer het winstmotief losraakt van het doelmotief, er slechte dingen gebeuren, zoals onethisch gedrag, maar ook gewoon slechte dingen zoals waardeloze producten, slechte diensten en inspiratieloze werkplekken. Steeds meer organisaties realiseren zich dit en vervagen de grenzen tussen wat winst is en wat doel is. Ik denk dat dit iets interessants aankondigt. De bedrijven en organisaties die bloeien, of ze nu winstgevend zijn of ergens daartussenin, worden gedreven door dit doel. Als voorbeeld, de oprichter van Skype zegt dat hun doel is om disruptief te zijn, maar ten behoeve van het verbeteren van de wereld. Steve Jobs wilde een deuk in het universum slaan. Dat zijn soorten doelen die je ‘s ochtends gemotiveerd uit bed kunnen krijgen. Ik denk dat we niet alleen gericht zijn op winstmaximalisatie, maar ook op het maximaliseren van doelen. De wetenschap toont aan dat we diep geven om vakmanschap en dat we zelfsturing willen. De grote les hier is dat als we beginnen mensen te behandelen als mensen, en niet als paarden – langzamere, kleinere, beter ruikende paarden – en voorbijgaan aan de ideologie van wortels en stokken en naar de wetenschap kijken, we organisaties en werklevens kunnen bouwen die ons beter maken, maar ook de belofte hebben onze wereld een beetje beter te maken.