Action Learning opdracht: Eigen leiderschap

Lees eerst de hele opdracht, dus ook de aanwijzingen met betrekking tot de vormgeving van het document.

Inleiding

Deze opdracht is onderdeel van de opleiding Middle Management. De koppeling tussen theorie en (de eigen) praktijk is essentieel. Modellen, concepten en theorieën zijn brillen die helpen om met elkaar naar de werkelijkheid te kijken. In deze opdracht sta jijzelf centraal.

Doel

Doel van de Action Learning-opdracht is het beschrijven en beoordelen van jouw eigen leiderschap binnen de organisatie en op basis daarvan aanbevelingen schrijven waardoor jij jouw leiderschap kan verbeteren. Daarnaast dient dit document als basis voor het formuleren van je leervragen.

Opdracht

De opdracht gaat over jouw persoonlijkheid en jouw leiderschap in de organisatie.

Deelopdrachten

Deelopdracht 1: beschrijving uitkomsten testen

Je moet in ieder geval de volgende vijf testen gebruiken:

Bij deze opdracht betrek je minimaal drie mensen uit je directe omgeving (denk aan leidinggevende, collega’s, vrienden, maar ook je partner (spannend!)). Hoe meer mensen input leveren, hoe meer inzicht je krijgt. Maar meer dan drie mensen betrekken, betekent ook meer werk, dus zoek daarin een goede balans. Het is aan jou of je ze ook testen voor jou laat invullen (dat heeft uiteraard de voorkeur) of dat je ze alleen betreft bij de resultaten van je zelfonderzoek (herkennen jullie de resultaten?).

Per test beschrijf je kort de uitkomsten. Wanneer er een grafiek uit de test komt, kan je deze grafiek in je tekst plakken en daaronder kort beschrijven welke resultaten we terug vinden in de grafiek. De beschrijving is feitelijk, je het nog geen mening of oordeel over deze resultaten.

En: heb je onlangs nog testen of assessments binnen je eigen organisatie ondergaan, dan kan je deze input natuurlijk ook gebruiken.

Deelopdracht 2: beoordelen van de resultaten

Dit is het interessantste deel van de AL-opdracht. Per test beschrijf je of je jezelf herkent in de uitkomsten.

Een paar vragen om je te helpen. Welke uitkomsten herken je en hoe zien we dat terug in je dagelijks leven, in je werk? Welke uitkomsten herken je niet of moeilijk? Wat viel je op in de uitkomsten van de testen die anderen voor je hebben gemaakt? Welke uitkomsten waren verrassend?

Verdiep je wat verder in de modellen door de beschrijvingen van de uitkomsten te lezen. Welke beschrijving kan je koppelen aan de uitkomsten van de test?

Uiteindelijk schrijf je een paragraaf waarin je alle uitkomsten met elkaar verbindt, je maakt als het ware een ‘foto’ van je persoonlijk profiel.

Deelopdracht 3: kwaliteiten en ontwikkelpunten

Maak voor jezelf een overzicht van kwaliteiten en ontwikkelpunten. Waar ben je goed in en waar heb je misschien nog te leren?

We zijn geneigd om te focussen op de ontwikkelpunten. Echter blijkt uit onderzoek dat je eerst moet kijken naar het doorontwikkelen van je kwaliteiten en alleen met ontwikkelpunten aan de slag moet gaan, wanneer je daar in je dagelijks handelen of in je carrièreontwikkeling last van hebt. Ontwikkelpunten kan je vaak ook compenseren door met de juiste mensen samen te werken.

Beschrijf welke stappen je wilt gaan maken naar aanleiding van deze analyse.

Welke kwaliteiten wil je verder ontwikkelen? Waarom? Hoe ga je dat doen? Wie heb je daar voor nodig of wat heb je daar voor nodig? Je zou er zelfs een soort actieplan van kunnen maken. Let op: hoe concreter, hoe beter!

Hetzelfde doe je met je ontwikkelpunten. Welke ontwikkelpunten wil je aanpakken? Waarom? Hoe ga je dat doen? Wie en wat heb je daar voor nodig? Hoe ga je deze ontwikkeling borgen?

Vormgeving van het AL-paper

De opdracht mag je uitwerken in een klassiek rapport (uitwerking in bijvoorbeeld Word) of in een self-explaining-Powerpoint.

Je paper bevat een voorblad, hoofdstukindeling, uitwerking per deelopdracht en bijlagen.

Je paper heeft een professionele uitstraling, paginanummering en de hoofdstukken en eventuele paragrafen zijn genummerd. De titels van de hoofdstukken hebben een toepasselijke naam, maar niet ‘Deelproduct x: ….’. Verdeel je tekst op een logische manier in alinea’s en gebruik witregels.

Er geldt geen maximum aan woorden of pagina’s, maar bedenk dat je paper moet uitnodigen om gelezen te worden. Schrijf dus to-the-point. Tegenwoordig wil niemand meer een lijvig document lezen.

Succes!