Action Learning opdracht: Vrije keuze

Inleiding

Deze opdracht is onderdeel van de opleiding Middle Management. De koppeling tussen theorie en (de eigen) praktijk is essentieel. Modellen, concepten en theorieën zijn brillen die helpen om met elkaar naar de werkelijkheid te kijken. In deze opdracht staat een probleem of uitdaging binnen de eigen organisatie centraal.

Doel

Doel van de Action Learning-opdracht is het beschrijven en beoordelen van een probleem of een uitdaging en op basis daarvan aanbevelingen schrijven waardoor de organisatie kan verbeteren.

Opdracht

Dit is een vrije opdracht, waarvoor een paar spelregels gelden.

Het onderwerp gaat niet over de interne organisatie, de markt, cultuur, veranderen, je team of eigen leiderschap, hiervoor hebben we bestaande opdrachten. Het kan wel gaan over bijvoorbeeld human resource management, informatiemanagement, kwaliteitsmanagement, leren en ontwikkelen, enzovoorts.

Het betreft een probleem of een uitdaging op strategisch of (hoog)tactisch niveau. Je betrekt minimaal twee collega’s bij de analyse en het oplossen van het probleem of mogelijke realisatie van de uitdaging.

Modellen

Je gebruikt minimaal twee relevante modellen.

Structuur

Je paper krijgt een vaste structuur.

In de Inleiding geef je een korte beschrijving van de organisatie en maak je de lezer duidelijk wat er in dit paper gaat gebeuren. Let op, je moet schrijven in de derde persoon, de ik- of wij-vorm moet je vermijden.

Voor alle onderdelen gebruiken we de drie stappen Beschrijving, Analyse en Oordeel.

In het hoofdstuk Beschrijving geef je een feitelijke beschrijving van datgene wat je aantreft.

In het hoofdstuk Analyse kijk je wat je kan vinden in de theorie (modellen en artikelen) en wat er in werkelijkheid gebeurt. Wanneer je modellen en artikelen gebruikt, moet je daar wel netjes naar verwijzen. Dat mag met voetnoten[1], maar wil je het helemaal goed doen dat gebruik je APA.

In het hoofdstuk Oordeel ga je er wat van vinden: doen we het goed of minder goed, motiveer je oordeel.

Uiteindelijk beschrijf je een aantal aanbevelingen voor de organisatie: wat zou er moeten gebeuren, waarom en hoe kan deze aanbeveling worden aangepakt. Beperk je aanbevelingen tot maximaal drie aanbevelingen.

Er is geen maximum aantal woorden of pagina’s. Maar bedenk dat je ‘publiek’ een duidelijk verhaal wil horen, dus probeer to-the-point te schrijven. En let op de layout van je paper.

Vormgeving van het AL-paper

De opdracht mag je uitwerken in een klassiek rapport (uitwerking in bijvoorbeeld Word) of in een self-explaining-Powerpoint.

Je paper bevat een voorblad, hoofdstukindeling, uitwerking per deelopdracht en bijlagen.

Je paper heeft een professionele uitstraling, paginanummering en de hoofdstukken en eventuele paragrafen zijn genummerd. Verdeel je tekst op een logische manier in alinea’s en gebruik witregels.

Er geldt geen maximum aan woorden of pagina’s, maar bedenk dat je paper moet uitnodigen om gelezen te worden. Schrijf dus to-the-point. Tegenwoordig wil niemand meer een lijvig document lezen.

Vaste structuur

  1. Inleiding
  2. Beschrijving
  3. Analyse
  4. Oordeel
  5. Aanbevelingen