In zowel de HR-cyclus als het PAM staat het managen van de prestaties van de medewerkers centraal. Het is aan het management de medewerkers dusdanig te motiveren dat zij tot optimale prestaties komen.
Het Michigan- en het Harvard-model hebben een andere kijk op prestatiesturing, aldus Michiel Schoemaker in Organisatieontwikkeling en Human Resource Management.
Het Michigan-model gaat uit van extrinsieke motivatie door beoordelen en motiveren. De manager stuurt door middel van beoordelen, belonen en ontwikkelen van medewerkers.
Het Harvard-model gaat uit intrinsieke motivatie. Door het bevorderen van betrokkenheid van de medewerkers, raken de medewerkers gemotiveerd en dit bevordert hun prestaties. De manager stuurt niet op de prestaties maar creëert een ‘high-commitment worksystem’.
Van Leeuwen et al noemen dit een ‘romantische’ benadering van HRM. Prestatie is een afgeleide van de gedane investeringen op het gebied van begeleiding en ontwikkeling. Zij pleiten voor een gezonde balans tussen prestatiegerichtheid en aandacht voor begeleiding en ontwikkeling van medewerkers.
PRACTICAL kent zo’n balans wanneer het gaat om sturen op prestaties. Enerzijds proberen we de medewerkers intrinsiek te motiveren door hen te betrekken bij allerlei ontwikkelingen en hen te consulteren alvorens besluiten te nemen. Anderzijds motiveren de managers extrinsiek door de inzet van instrumenten als afsprakengesprekken en – formulieren, voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken.