Besluitvorming

De laatste stap in het ontwerpen van een organisatie gaat over macht: hoe vindt de besluitvorming in de organisatie plaats?

Besluitvorming in organisatie beweegt zich op het spectrum van volledige centralisatie aan de ene kant tot volledige decentralisatie aan de andere kant (en van alles er tussen in). Volledige centralisatie of decentralisatie komt nauwelijks voor. In sterk gecentraliseerde organisatie komt altijd wel enige decentralisatie voor en visa versa. Veel centralisatie zien we vooral in kleine organisatie, naar mate de organisatie groeit neemt meestal de decentralisatie toe.

Bij verticale decentralisatie wordt de besluitvorming gedelegeerd naar lagere niveaus in de organisatie. Drie vragen die daarbij een rol spelen:

  • welke beslissingsbevoegdheden worden gedelegeerd?
  • tot welke laag worden ze gedelegeerd?
  • hoe vindt coördinatie en controle plaats over de gedecentraliseerde besluiten?

Mintzberg meent dat parallelle verticale besluitvorming het enige middel is om afdelingen binnen een marktgerichte structuur tot op zekere hoogte zelfstandig te laten functioneren.

Parallelle decentralisatie: verschuiven van totale beslissingsbevoegdheid naar één hiërarchisch niveau in de organisatie.

Selectieve decentralisatie: verschillende soorten beslissingen liggen op verschillende plaatsen in de organisatie.

Bij horizontale decentralisatie wordt besluitvorming gedelegeerd naar stafmedewerkers, dus buiten de lijn. Hierdoor ontstaat informele macht in de organisatie.

Grosso modo onderscheiden we vijf combinaties van horizontale en verticale decentralisatie:

  • maximale horizontale en verticale centralisatie;
  • beperkte horizontale decentralisatie ;
  • beperkte en parallelle verticale decentralisatie;
  • selectieve verticale en horizontale decentralisatie, en
  • verticale en horizontale decentralisatie.

PRACTICAL kent een selectieve verticale en horizontale decentralisatie. Deskundigen binnen de organisatie worden op basis van hun kennis bij de besluitvorming betrokken (horizontaal), maar wanneer de deskundigheid op uitvoerend of middenkaderniveau ligt, worden de uitvoerders of ‘voormannen’ betrokken (verticaal). Mintzberg spreekt in dit kader van een professionele bureaucratie, waarbij de grens tussen lijn en staf vervaagt. Een professionele bureaucratie vraagt om participatie van alle medewerkers, maar is zeker geen democratie. Mintzberg gebruikt de term sophocratie, een organisatievorm die mensen op grond van hun kennis bij de besluitvorming betrekt. Sophos is Grieks voor kennis of wijsheid.

Door deze organisatievorm is binnen de PRACTICAL-organisatie sprake van formele en informele macht. Deze organisatievorm creëert met regelmaat spanning in de organisatie tussen de verschillende niveaus en tussen lijn en staf.