Vier dimensies van de omgeving zijn voor de organisatie van belang:
- stabiliteit;
- complexiteit;
- diversiteit, en
- vijandigheid.
Stabiliteit
Mintzberg stelt dat hoe dynamischer de omgeving is, hoe organischer de structuur. Is de omgeving stabiel dan kunnen werkzaamheden en veranderingen goed worden voorspelt en kan gekozen worden voor bureaucratie.
PRACTICAL komt vanuit een situatie waarin haar omgeving als redelijk stabiel te bestempelen was. Nu haar omgeving een stuk dynamischer is geworden, is een meer organische structuur op haar plaats.
Complexiteit
Met betrekking tot complexiteit stelt Mintzberg dat hoe complexer de omgeving is, hoe gedecentraliseerder de organisatiestructuur moet zijn.
Op basis van de laatste twee stellingen, kunnen we twee conclusies trekken:
- er zijn twee soorten organische structuren: een gecentraliseerde en gedecentraliseerde organisatiestructuur, en
- er zijn twee soorten bureaucratische structuren, eveneens gecentraliseerd en gedecentraliseerd.
Op basis van deze conclusies (met bijbehorende coördinatiemechanismen) kunnen we vier basisomgevingen voor organisaties onderscheiden.

PRACTICAL beweegt zich in een minder stabiele en complexe omgeving, wat pleit voor een organische, gedecentraliseerde structuur.
Diversiteit van de markt
Met betrekking tot marktdiversificatie stelt Mintzberg dat hoe diverser de markt is, hoe groter de neiging van de organisatie zich op te splitsen in marktgerichte eenheden.
Marktdiversificatie leidt tot marktgerichte afdelingsvorming of divisionalisering. Totale divisionalisering komt nauwelijks voor. Gedeeltelijke divisionalisering en dus beperkte verticale decentralisatie komt het meest voor. Diverse taken met betrekking tot het product of de markt worden dan centraal uitgevoerd.
De markt van PRACTICAL is zeer divers en er is een zekere neiging tot divisionalisering.
Vijandigheid
We spreken in dit kader van vijandigheid wanneer een organisatie voortdurend bedreigd wordt. Een vijandige omgeving is dynamisch en dus onvoorspelbaar. Bij een vijandige omgeving hoort geen bureaucratische structuur.
Overigens nodigt een extreem vijandige omgeving juist uit om de organisatie tijdelijk te centraliseren (één persoon beslist, maximale flexiliteit in manoeuvreren).
Delen van de organisatie kunnen worden geconfronteerd met veranderingen in hun eigen omgeving. Denk hierbij aan de verschillende locaties van PRACTICAL. Mintzberg stelt dat in dergelijke gevallen de verschillen in de omgeving de organisatie zullen aanmoedigen selectief te decentraliseren.