1.2. Onderzoeksvraag

1.2. Onderzoeksvraag

De probleemstelling spitst zich toe op de spanning binnen de organisatie: het management heeft een stevig veranderproces ingezet en de medewerkers zijn ontevreden.

PRACTICAL moet veranderen. Veel medewerkers gedragen zich binnen de organisatie al ware PRACTICALeen taakorganisatie. De omschakeling naar een volledige marktorganisatie verloopt moeizaam.

PRACTICAL is een organisatie met een uitzonderlijk gezonde balanspositie, maar door het wegvallen van de subsidiestroom vanuit het ministerie heeft het operationeel resultaat zwaar te lijden.

PRACTICAL redt het niet door scherper aan de wind te gaan zeilen, het roer moet om.

De aannames, waarop het meerjaren-businessplan is gebaseerd, lijken niet realistisch. De declarabiliteit van medewerkers blijft onverminderd te laag.

Een extern bureau analyseert het operationele proces van de organisatie, de effectiviteit en efficiëntie van handelen en de capaciteitsplanning.

Parallel aan dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de belemmeringen in het veranderingsproces.

Met betrekking tot dit laatste onderzoek, spelen de volgende vragen een rol:

  • welke veranderstrategie is gevolgd?
  • welke veranderstrategie past het beste bij PRACTICAL?
  • zijn de juiste interventies toegepast?
  • welke motivatoren van medewerkers spelen een rol van betekenis in het veranderproces?
  • zijn er collectieve motivatoren te onderscheiden?
  • hoe kunnen we aan de hand van de verkregen inzichten het veranderproces weer vlot trekken?

Onderzoeksvraag 

Onderwerp van het onderzoek betreft de rol van motivatoren en drijfveren van medewerkers in een veranderproces. Het veranderproces binnen PRACTICAL vertraagt. Mijn veronderstelling is dat het relatief nieuwe management zich onvoldoende bewust is van dieper liggende waarden, normen, drijfveren, ongeschreven regels, die verankerd liggen in de ziel van de onderneming. Wanneer we de ziel van de organisatie niet kennen, zal de verandering cosmetisch van aard zijn in plaats van de noodzakelijke beleefde verandering.

Welke intrinsieke motivatoren spelen een rol in het veranderproces van PRACTICAL in haar beweging van taak- naar marktorganisatie? Hoe kunnen we het veranderproces binnen PRACTICAL vlot trekken?

De onderzoeksvraag kan als volgt worden gespecificeerd:

Welke veranderstrategie moet PRACTICAL kiezen en welke interventies moet PRACTICAL toepassen om het veranderproces op een positieve manier te beïnvloeden en te versnellen?

Deze onderzoeksvraag draait om drie thema’s: motivatoren, veranderstrategieën en interventies.

Rondom ieder thema in de onderzoeksvraag kunnen subvragen worden geformuleerd.

Motivatoren:
  • Welke elementen maken deel uit van de ‘diepere laag’ bij medewerkers?
  • Wat beweegt mensen in organisaties?
  • Wat zijn de intrinsieke en extrinsieke motivatoren die een rol spelen bij het werken voor een organisatie?
  • Welke rol speelt collectiviteit?
Veranderstrategieën:
  • Wat voor type organisatie is PRACTICAL?
  • Welke veranderstrategieën onderscheiden we?
  • Welke veranderstrategie past het beste bij PRACTICAL?
Interventies:
  • Welke interventies sluiten aan op de verschillende veranderstrategieën?
  • Wat is het effect van de verschillende interventies op de motivatie van medewerkers?

Het verkregen inzicht kan dienen om het veranderproces op een positieve manier te beïnvloeden en te versnellen.