4.2.1. Basis voor genereren mogelijke interventies

4.2.1. Basis voor genereren mogelijke interventies

Voor het genereren van mogelijke interventies is uitgegaan van:

  • een normatief-reëducatieve veranderstrategie 

De strategie gaat ervan uit dat een verandering in een actiepatroon van mensen alleen optreedt als de betrokkenen ertoe gebracht kunnen worden hun normatieve oriëntatie ten aanzien van oude patronen te veranderen en te leren zich aan nieuwe patronen te binden. Bij dergelijke veranderingen in normatieve oriëntaties wordt een verandering van houding, waarden en vaardigheden vereist.

  • de veranderstroming Organizational Development (OD) 

OD en de bruikbaarheid voor PRACTICAL is reeds uitgebreid beschreven.

In het licht van dit onderzoek is de omschrijving van Daft (1994) met betrekking tot OD van toepassing: ‘De toepassing van technieken uit de gedragswetenschappen om de gezondheid en effectiviteit van een organisatie te vergroten, waarbij centraal staan: het vergroten van het vermogen van de organisatie om om te gaan met veranderingen in de omgeving, het verbeteren van de interne relaties en het vergroten van het probleemoplossend vermogen van de organisatie.’

  • het kleurenmodel van De Caluwé 

Het kleurenmodel van De Caluwé helpt om de werkelijkheid te benaderen. Door de kleur van de organisatie of een organisatieonderdeel vast te stellen, kunnen ook de mogelijke interventies worden vastgesteld.

Volgens de medewerkers kunnen de medewerkers worden gekenmerkt als rood. Het management heeft daar een minder uitgesproken mening over. Deze gegevens zijn via interviews verzameld. Kijken we naar het onderzoek van een klein jaar geleden, waarbij data zijn verzameld vanuit een enquête, dan komen de kleuren blauw, rood en groen aan bod. Op basis van de enquête en de interviews richt ik mij bij het genereren van mogelijke interventies op de kleuren blauw, rood en groen.

De gekozen uitgangspunten leiden automatisch naar een aantal mogelijke interventies.

Bron