Ishikawadiagram als tool


Hoe ga je te werk bij het maken van een Ishikawa-diagram of visgraatanalyse:

  1. Je definieert het probleem (of deelprobleem) zo duidelijk en kernachtig mogelijk.
  2. Je schrijft dit rechts van een lange horizontale pijl.
  3. Je tekent zijgraten en benoemt ze met de hoofdcategorieën of de grote abstractieniveaus van mogelijke oorzaken. Vraag je altijd af of de categorie inderdaad het vermelde gevolg veroorzaakt. Zo niet, dan hoort ze in dit diagram niet thuis.
  4. Je verzamelt bij de groepsleden de meningen over de mogelijke oorzaken van het probleem.
  5. Je plaatst deze op een lijst op een bord of brengt ze onmiddellijk onder in de juiste categorie.
  6. Je splitst hiertoe de hoofdoorzaken verder op in deeloorzaken. Je brengt die in het diagram aan op kleinere zijgraten die uitkomen op de grote graten (hoofdpijl, zijpijl,…). Op de pijl van de deeloorzaken kan je eventueel nog pijlen van nevenoorzaken aanbrengen.
    Indien het beeld van deel- en nevenoorzaken vrij complex wordt, kan je afzonderlijke diagrammen uitwerken met een verwijzing in het hoofddiagram.
  7. Stel je bij iedere aangegeven oorzaak de vraag “Waarom …?” en noteer het antwoord eveneens op de passende tak van het diagram.
  8. Je identificeert en omlijnt de waarschijnlijke hoofdoorzaken na discussie in de groep over de meest belangrijke oorzaken. De discussie kan uitmonden in een consensus, een stemming of een inzameling van feiten en cijfers over de mogelijk belangrijkste oorzaken.