- Stel minimaal drie keer de waarom-vraag.
- Waarom kopen onze klanten in toenemende mate bij de concurrent?
- Waarom vinden ze ons product slecht?
- Waarom kunnen we het product niet aanpassen?
- Waarom investeren we niet meer in ontwikkeling?
- Waarom …
- Formuleer het probleem of uitdaging voldoende scherp.
- Praat met direct belanghebbenden om de probleemstelling te spiegelen
- De mensen die dichtbij het probleem of de uitdaging staan, kennen het probleem of de uitdaging als geen ander. Verifieer bij hen of het probleem duidelijk genoeg is geformuleerd.
- Praat met mensen op afstand over de mogelijke oplossingen
- Mensen die los staan van het probleem of de uitdaging kunnen makkelijker meedenken over oplossingen.
- Stel criteria op
- Op basis van welke criteria kom je tot een besluit? Aan welke criteria moet de oplossing voldoen?
- Beargumenteer het besluit
- Maak gebruik van een instrument, hoe eenvoudig ook, om je besluit af te wegen. Denk aan een besluitboom, PMI (plus, min, implicaties) of L-matrix.
- Voorkom ‘plop-besluiten’
- Niet: ‘Zullen we het zo doen?’ en iedereen roept ‘Ja, goed idee!’.
- Maar: expliciet besluiten: wie doet wat wanneer.