Beïnvloedingsstijlen

Doel: vaststellen van jouw voorkeurstijl met betrekking tot beïnvloeding van mensen (medewerkers).





 

Werkwijze: onderstaande stellingen hebben betrekking op jouw gedrag.
Scoor ieder stelling: zet een getal tussen de 1 en 4.
Score: 1 = zelden of nooit; 2 = nu en dan, maar niet zo vaak; 3 = gemiddeld vaak;
4 = nogal vaak; 5 = zeer vaak

Maak de test in een redelijk tempo, niet te lang nadenken, meestal is je eerste ingeving de beste.
Geef antwoord op hoe de situatie nu is, niet zoals je het wenst.
Voorkom sociaal wenselijke antwoorden.

 

beinvloedingsstijlen

 




 


De test beïnvloedingsstijlen is gebaseerd op de volgende stellingen:

1  Ik gebruik vaak woorden als ‘moet’ en ‘behoort’
2  In een discussie onderbouw ik mijn mening met een logisch opgebouwd betoog
3  Ik zoek werkdoelen waar iedereen zich zoveel mogelijk in vindt
4  Als mensen ergens niet zijn uitgekomen, toon ik daar begrip voor
5  Ik laat anderen duidelijk weten wat ik van hen verwacht

6  Als ik een ander wil overtuigen, voer ik zoveel mogelijk argumenten aan
7  Als anderen gedemotiveerd raken, probeer ik hen weer te enthousiasmeren
8  Ik luister met begrip, als iemand emotioneel wordt
9  Als ik iemands inbreng positief of negatief beoordeel, laat ik hem dit duidelijk weten
10  Als er een probleem is, stel ik voor wat er logischer wijze aan gedaan moet worden

 




 

11  Ik wek gevoel dat wij samen voor een taak staan
12  Ik vraag met nadruk naar de meningen en voorstellen van anderen
13  Ik aarzel niet mijn gezag te gebruiken
14  Ik probeer mijn voorstellen altijd zakelijk te beargumenteren
15  Ik probeer altijd anderen boeiende mogelijkheden van een situatie te laten inzien

16  Ik luister goed, als mensen standpunten verkondigen die afwijken van de mijne
17  Ik ben snel geneigd anderen mijn verlangens en wensen te laten weten
18  Ik doe voorstellen waarvan ik van de waarde overtuigd ben, ook al zullen ze slecht vallen
19  Mijn optimisme en enthousiasme zijn aanstekelijk
20  Ik onderzoek of ik heb begrepen wat anderen hebben gezegd

21  Ik formuleer normen, waarvan ik vind dat anderen aan moeten voldoen
22  Ik ondersteun voorstellen met sterke logica en goede argumenten
23  Ik krijg mensen enthousiast over wat we samen gedaan kunnen krijgen
24  Ik sta open voor problemen en zorgen van anderen
25  Ik laat mensen direct weten, als zij niet voldoen aan mijn eisen




 

26  Als anderen het niet met me eens zijn, zoek ik naar nieuwe, nog logischer argumenten
27  Ik ben snel enthousiast te krijgen
28  Als iemand niet meedoet, probeer ik hem of haar erbij te betrekken
29  Ik laat anderen precies weten wat ik van hen verwacht
30  Ik haak af, als een verhaal niet systematisch en kloppend opgebouwd is

31  Ik werk graag vanuit een inspirerende toekomstvisie
32  Ik laat merken wat het me doet, als anderen het moeilijk hebben
33  Ik zeg anderen wat zij wel en niet moeten doen
34  Ik probeer in alle situaties zo rationeel mogelijk te blijven
35  Ik probeer altijd zoveel mogelijk mensen voor mijn ideeën te winnen

36  Ik ben openhartig over mijn bedoelingen en motieven
37  Ik gebruik waardering selectief om anderen tot verandering of prestatieverbetering te brengen
38  Een voorstel is zo goed als zijn zorgvuldige onderbouwing
39  Als ik voor iets ga, ben ik goed in staat ook anderen voor de plannen warm te krijgen
40  Ik kan goed luisteren