Interviewvragenlijst DINAMO-model: veranderbereidheid

Interviewvragenlijst voor DINAMO-model Instructie voor het uitvoeren van het interview

Dit interview heeft als doel inzicht te verkrijgen in de veranderbereidheid van medewerkers of managers binnen een organisatie tijdens veranderprocessen, gebaseerd op het DINAMO-model. Het interview richt zich op de aspecten die bepalend zijn voor hun veranderintentie en verandergedrag. Bij het uitvoeren van het interview is het van belang om een open en veilige sfeer te creëren waarin de geïnterviewde zich vrij voelt om eerlijk en authentiek te antwoorden.

De onderstaande vragen vormen een richtlijn. Pas vragen waar nodig aan de situatie aan en stel verdiepende vervolgvragen om inzichten te verkrijgen die anders mogelijk onbesproken zouden blijven. Vraag regelmatig door met voorbeelden of situaties om tot diepere reflectie en gedetailleerde antwoorden te komen. Noteer ook non-verbale signalen, omdat deze aanvullende informatie kunnen bieden over hoe men de verandering beleeft.

Benadruk vooraf duidelijk dat er geen goede of foute antwoorden zijn en dat alle informatie vertrouwelijk behandeld wordt.

Interviewvragen per thema volgens het DINAMO-model

Veranderintentie

  1. Hoe stond je in eerste instantie tegenover de aangekondigde organisatieverandering?
  2. Kun je beschrijven hoe jouw veranderintentie zich gedurende het veranderproces heeft ontwikkeld?
  3. Welke specifieke factoren waren voor jou bepalend voor je intentie om de verandering te steunen of juist te weerstaan?
  4. Hoe heb je veranderingen in je werkzaamheden of verantwoordelijkheden ervaren?
  5. In hoeverre heb je actief geprobeerd collega’s te overtuigen van het nut of de noodzaak van de verandering?

Moeten – subjectieve norm

  1. Hoe sterk hebben verwachtingen van collega’s, leidinggevenden of de organisatie je houding ten opzichte van de verandering beïnvloed?
  2. Op welke manier heb je ervaren dat er sociale druk werd uitgeoefend om mee te gaan in de verandering?
  3. Heb je situaties meegemaakt waarin jouw handelen werd beïnvloed door mogelijke negatieve of positieve gevolgen vanuit je omgeving als je de verandering wel of niet zou ondersteunen?
  4. Welke rol speelde je leidinggevende in het stimuleren of juist ontmoedigen van jouw houding ten opzichte van de verandering?

Kunnen – gedragscontrole

  1. Hoe duidelijk waren de doelen en stappen van de organisatieverandering voor jou?
  2. Waren er voldoende middelen, tijd en kennis beschikbaar om succesvol te veranderen? Zo nee, wat miste je precies?
  3. In hoeverre voelde je jezelf competent genoeg om aan de nieuwe verwachtingen te voldoen?
  4. Welke concrete ondersteuning heb je ontvangen of gemist bij het doorvoeren van de verandering?

Willen – attitude

  1. Wat is jouw persoonlijke houding ten opzichte van deze verandering, positief of negatief, en waarom?
  2. Zie je persoonlijke voordelen in deze organisatieverandering, zo ja welke?
  3. Welke meerwaarde zie jij voor je afdeling of organisatie als geheel door deze verandering?
  4. Heb je deze verandering meer ervaren als een bedreiging of juist als een kans? Kun je dit toelichten?

Verandergedrag

  1. Welke concrete gedragsveranderingen heb jij bij jezelf en bij collega’s waargenomen sinds de start van het veranderproces?
  2. Hoe verschillen jouw intenties tot veranderen van je daadwerkelijke gedrag tijdens het veranderproces?
  3. Zijn er momenten geweest dat je bewust je gedrag hebt aangepast om de verandering beter te laten slagen? Kun je hier voorbeelden van geven?
  4. Is de organisatieverandering volgens jou daadwerkelijk uitgevoerd zoals aanvankelijk gecommuniceerd? Zo nee, welke impact had dit op jouw gedrag?

Deze vragen bieden een richtlijn voor het interview. Stem de vragen situationeel af op de specifieke context en persoon die je interviewt.