In Fouten maken moed laat Remko van der Drift op ontwapenende en toegankelijke wijze zien hoe diepgeworteld onze angst voor fouten maken is, en hoezeer dit ons belemmert in groei, samenwerking en innovatie. Als oprichter van het Instituut voor Faalkunde en ervaringsdeskundige op het gebied van perfectionisme en faalangst, spreekt Van der Drift met autoriteit én empathie. Het boek is een persoonlijke en professionele zoektocht naar wat er nodig is om fouten te durven maken, hoe we onze relatie met falen kunnen herzien, en hoe dit bijdraagt aan een gezondere, menselijkere manier van werken en leven.
Het boek is opgebouwd rond het idee dat moed niet de afwezigheid van angst is, maar het vermogen om te handelen ondanks die angst. Van der Drift beschrijft hoe we als samenleving een diepgewortelde foutencultuur hebben ontwikkeld, waarin fouten automatisch worden geassocieerd met tekortschieten, afwijzing of zelfs sociale uitsluiting. Vanuit psychologische, pedagogische en organisatorische perspectieven laat hij zien hoe dit patroon al in de vroege kindertijd ontstaat en zich voortzet in school, werk en relaties. Hij pleit voor het normaliseren van fouten maken als essentieel onderdeel van leren. Door persoonlijke verhalen, herkenbare praktijkvoorbeelden en uitnodigende reflectievragen helpt hij de lezer om eigen overtuigingen over falen te onderzoeken en ruimte te maken voor een mildere, constructievere benadering.
Een eerste belangrijk inzicht dat het boek biedt, is de kracht van zelfcompassie in het omgaan met fouten. Van der Drift maakt duidelijk dat we vaak veel strenger zijn voor onszelf dan voor anderen. Door middel van oefeningen en ervaringsverhalen laat hij zien hoe je kunt oefenen in zelfcompassie, en hoe dit je veerkracht en leervermogen versterkt. Een tweede inzicht betreft het verschil tussen een statische en een groeimindset. Waar de eerste leidt tot angst om te falen (omdat fouten iets zeggen over je waarde als mens), nodigt de tweede uit tot leren en ontwikkelen. Dit inzicht is cruciaal voor organisaties die willen investeren in lerende culturen. Ten derde biedt het boek een genuanceerde kijk op kwetsbaarheid in teams en leiderschap. Fouten maken in een groep vraagt veiligheid en vertrouwen – en juist dat ontstaat pas als mensen bereid zijn zich open te stellen, ook als dat ongemakkelijk is. De auteur koppelt dit aan het werk van Brené Brown, maar maakt het tegelijkertijd heel praktisch voor de Nederlandse werkvloer.
Het boek is uitstekend inzetbaar binnen teamontwikkeling, leiderschapstrainingen en verandertrajecten. Door de toegankelijke schrijfstijl en de vele reflectievragen is het zeer geschikt om in teamverband te bespreken – bijvoorbeeld als onderdeel van intervisie of een leergroep. Ook voor HR-professionals, coaches en docenten is het een waardevolle bron. De nadruk op cultuur en onderlinge veiligheid maakt het boek bovendien relevant in tijden waarin organisaties steeds meer beseffen dat harde structuren alleen niet volstaan om wendbaar en innovatief te blijven.
Als recensent van managementliteratuur ben ik onder de indruk van de combinatie van diepgang, kwetsbaarheid en toepasbaarheid die Fouten maken moed biedt. Waar veel boeken over fouten zich richten op ‘falen als successtrategie’ – en zo de kwetsbaarheid alsnog instrumenteel maken – blijft Van der Drift trouw aan zijn boodschap: fouten maken hoort bij het leven, bij mens-zijn. Niet omwille van de efficiëntie, maar omwille van het mogen bestaan. Dat maakt dit boek oprecht, confronterend en tegelijk bemoedigend. Het verdient een vaste plek in elke organisatie die zichzelf serieus neemt als lerende gemeenschap.
Meer weten? Boek kopen? Klik op de cover van het boek!