Deze vragenlijst is bedoeld om je te ondersteunen bij het analyseren van een bedrijfskundig probleem in een breder perspectief. De vragen zijn bedoeld ter inspiratie en kunnen je helpen om verschillende invalshoeken en aspecten van een probleem grondig te verkennen. Het is belangrijk om te realiseren dat deze vragen niet uitputtend zijn; ze dienen als een vertrekpunt voor je eigen onderzoek. Voel je vrij om de vragen aan te passen of verder uit te breiden naar gelang de specifieke situatie van de organisatie waarmee je werkt. Uiteindelijk is het doel om tot een dieper en volledig begrip van het probleem te komen, zodat je goed onderbouwde oplossingen kunt formuleren.
Horizontaal perspectief
Om een organisatieprobleem vanuit een horizontaal perspectief grondig te verkennen, is het belangrijk om vragen te stellen die inzicht geven in de samenhang tussen verschillende elementen binnen de organisatie. Deze vragen helpen om te begrijpen hoe veranderingen in één onderdeel doorwerken naar andere onderdelen en bieden zo een completer beeld van het probleem.
- Hoe beïnvloedt het probleem de strategie van de organisatie en in welke mate sluit de huidige strategie nog aan bij de marktbehoeften?
- Welke impact heeft het probleem op de huidige structuur van de organisatie? Moet deze structuur aangepast worden om het probleem op te lossen?
- In hoeverre dragen de bestaande systemen (zoals IT-systemen, administratieve systemen) bij aan het probleem of de oplossing ervan?
- Hoe beïnvloedt de stijl van leiderschap binnen de organisatie de manier waarop het probleem zich manifesteert?
- Welke rol spelen de medewerkers (personeel) in het ontstaan of het aanpakken van het probleem? Hebben zij de juiste vaardigheden en kennis om hiermee om te gaan?
- Welke sleutelvaardigheden en expertise zijn nodig om het probleem effectief aan te pakken, en zijn deze voldoende aanwezig binnen de organisatie?
- Hoe dragen de gedeelde waarden en normen binnen de organisatie bij aan het huidige probleem? Werken deze waarden belemmerend of stimulerend?
- Hoe beïnvloedt het probleem de samenwerking tussen verschillende afdelingen binnen de organisatie?
- Welke processen binnen de organisatie versterken het probleem en welke processen kunnen juist bijdragen aan een oplossing?
- Hoe worden beslissingen genomen binnen de organisatie en welke invloed heeft deze besluitvormingscultuur op het probleem?
- In welke mate sluit de interne communicatie aan bij de behoeften van de medewerkers en de organisatie, en hoe draagt dit bij aan het probleem?
- Hoe wordt innovatie gestimuleerd of belemmerd door de huidige organisatorische elementen en hoe speelt dit een rol in het probleem?
- Welke formele en informele netwerken binnen de organisatie beïnvloeden het probleem en hoe kunnen deze netwerken ingezet worden om tot een oplossing te komen?
- Welke feedbackmechanismen bestaan er binnen de organisatie om problemen te signaleren en op te lossen en functioneren deze goed in de huidige situatie?
Verticaal perspectief
Deze vragen zijn gericht op de interactie tussen het strategische, tactische en operationele niveau van de organisatie en kunnen helpen om een organisatieprobleem vanuit een verticaal perspectief te analyseren.
- Hoe beïnvloedt het probleem de strategische doelstellingen van de organisatie op lange termijn?
- Welke strategische keuzes of beslissingen hebben geleid tot het ontstaan van dit probleem?
- Hoe vertaalt het probleem zich naar tactische doelen en plannen binnen de verschillende afdelingen van de organisatie?
- Welke rol spelen de middenmanagers bij de aanpak van het probleem en hoe coördineren zij dit met zowel de directie als de operationele medewerkers?
- Hoe worden operationele werkzaamheden beïnvloed door strategische richtlijnen en wat zijn de concrete gevolgen hiervan voor het probleem?
- Welke operationele knelpunten zorgen ervoor dat de tactische plannen niet volledig kunnen worden uitgevoerd?
- In hoeverre is er afstemming tussen de strategische doelen en de dagelijkse praktijk van medewerkers en welke discrepanties ontstaan hierdoor?
- Hoe reageren medewerkers op operationeel niveau op de veranderingen die vanuit strategische beslissingen worden doorgevoerd?
- Welke informatie vanuit de operationele laag wordt doorgegeven aan het tactische en strategische niveau en hoe beïnvloedt dit de besluitvorming?
- Hoe kunnen de strategische keuzes worden aangepast om beter aan te sluiten op de operationele realiteit en uitdagingen binnen de organisatie?
- Wat zijn de gevolgen van het probleem voor de dagelijkse uitvoering van taken en processen op het operationele niveau?
- Hoe kan het management veranderingen op tactisch niveau doorvoeren om het probleem zowel strategisch als operationeel aan te pakken?
Historisch perspectief
Hier zijn vragen die een professional kunnen helpen om een organisatieprobleem vanuit een historisch perspectief te analyseren. Deze vragen richten zich op het verleden, het heden en de toekomst van het probleem en helpen om de directe, onderliggende en systemische oorzaken beter te begrijpen.
- Wat zijn de recente gebeurtenissen die direct hebben bijgedragen aan het ontstaan van het probleem?
- Welke onderliggende trends of ontwikkelingen binnen de organisatie hebben in de afgelopen jaren bijgedragen aan dit probleem?
- Welke systemische factoren (zoals cultuur of organisatorische structuren) hebben in het verleden geleid tot het huidige probleem?
- Hoe zijn eerdere pogingen om vergelijkbare problemen op te lossen verlopen en welke lessen kunnen daaruit worden getrokken?
- Wat is de geschiedenis van dit probleem binnen de organisatie en hoe is het probleem in de loop van de tijd veranderd?
- Hoe hebben externe veranderingen in de markt of regelgeving in het verleden bijgedragen aan het ontstaan of verergeren van dit probleem?
- Welke historische beslissingen op strategisch niveau hebben de organisatie op een pad gezet dat heeft bijgedragen aan dit probleem?
- Wat waren de directe gevolgen van eerdere beslissingen of veranderingen voor de interne dynamiek van de organisatie?
- Welke onderliggende patronen of gewoonten in de organisatiecultuur hebben het probleem in de loop der jaren versterkt?
- Hoe hebben medewerkers en leidinggevenden in het verleden gereageerd op veranderingen die dit probleem probeerden aan te pakken?
- Hoe ziet de huidige manifestatie van het probleem eruit in vergelijking met hoe het zich eerder presenteerde en wat verklaart de verschillen?
- Welke toekomstige risico’s kunnen ontstaan als de historische oorzaken van het probleem niet effectief worden aangepakt?
Intern en extern perspectief
Deze vragen helpen om de interactie tussen de interne werking van de organisatie en de externe omgeving in kaart te brengen. Dit biedt een volledig beeld van hoe het probleem zich ontwikkelt en welke interne en externe aspecten aangepakt moeten worden voor een effectieve oplossing.
- Welke interne processen of structuren binnen de organisatie dragen bij aan het ontstaan of voortbestaan van het probleem?
- Hoe beïnvloedt de huidige bedrijfscultuur de aanpak van het probleem en welke aspecten van deze cultuur werken belemmerend of juist stimulerend?
- Welke leiderschapsstijlen binnen de organisatie hebben invloed op de manier waarop het probleem wordt gemanaged?
- Hoe reageert de organisatie op veranderingen in de markt en welke externe trends of ontwikkelingen hebben invloed op het probleem?
- Welke rol spelen externe factoren zoals regelgeving, concurrentie of economische omstandigheden bij het ontstaan of verergeren van het probleem?
- Hoe verschilt de manier waarop interne belanghebbenden (zoals medewerkers en management) en externe belanghebbenden (zoals klanten en leveranciers) het probleem ervaren?
- In welke mate kan de organisatie invloed uitoefenen op externe factoren, zoals marktontwikkelingen, om het probleem te verlichten of op te lossen?
- Hoe sluiten de interne capaciteiten (bijvoorbeeld technologie, kennis, en vaardigheden) van de organisatie aan op de eisen en uitdagingen van de externe omgeving?