De volgende Kodak?





 

Kodak, dat ooit ongenaakbaar aan de top stond van de foto- en filmindustrie, in een volgend decennium zelfs pionier was in de digitale fotografie, en toen… bijna failliet ging. Kodak heeft in innovatieland een negatieve betekenis gekregen: die van welwillende maar logge company voor wie de innovatiestroom te snel ging.

Elke manager begrijpt dat innoveren nu, een tijd van versnelde ontwikkeling en toenemende complexiteit, belangrijker is dan ooit. Niemand wil de volgende Kodak worden. Toch worstelen grote ondernemingen met interne innovatie: ze willen wel, maar kunnen zich geen fouten veroorloven: men stimuleert om op safe te spelen. Het ontbreekt grote ondernemingen vooral aan juist díe eigenschap die essentieel is voor innovatie: creatievermogen. Snelheid, wendbaarheid, aanpassingsvermogen: ondernemende executiekracht. Een ‘musthave, stellen Butler & Tischler in hun boek Design to Grow (2015).

Hoe zou het dan wel kunnen? Door multidisciplinaire startupteams, bestaande uit intra- en entrepreneurs, developers, designers en experts, de ruimte te geven om te experimenteren. ‘Any company can get smarter by using design to learn and adapt’, aldus Butler & Tischler.

Dit maakt nog eens duidelijk dat organisaties, en niet alleen ondernemingen, zich voortdurend moeten afvragen of ze nog passen in de omgeving waarin ze actief zijn. Dat is niet alleen naar de omgeving kijken, maar vooral ook naar de organisatie zelf. Men moet zich eigenlijk voortdurend afvragen of de structuur, cultuur, processen, samenwerking en innovatief vermogen nog wel passen bij de doelen en de omgeving van de organisatie. Het voorbeeld van Kodak toont ook aan dat het lastig is en hoe het mis kan gaan. Het is een beetje als ‘jezelf echt goed bekijken kan zo confronterend zijn’. Dit geeft in essentie ook aan waar het bij een interne analyse om gaat:

  • Analyseren we goed en niet alleen met ‘onze eigen gekleurde bril’ op? Zijn bekwaamheden ook echt marktgericht en onderscheidend en zien we ook de eigen tekortkomingen?
  • Analyseren we niet alleen de harde kant van de organisatie, maar ook de elementen van creativiteit, experimenteren, innoveren, stimuleren, ondernemen, ontwikkelen en gezamenlijk leren?
  • Analyseren we ook de samenhang van de functionele gebieden van de organisatie?