Leerstijlen Kolb

Maak de leerstijlentest!

Kolb vat leren op als een proces dat, steeds weer, vier stadia doorloopt:

  • fase 1: concreet ervaren
  • fase 2: waarnemen en overdenken (reflecteren)
  • fase 3: abstracte begripsvorming
  • fase 4: actief experimenteren

Pas als alle fasen worden doorlopen komt het leren echt op gang.

De fasen van de leercyclus worden gewoonlijk in dezelfde volgorde, maar niet altijd vanuit hetzelfde beginpunt, doorlopen. Het kan ook bij andere fase beginnen, zolang het maar de hele cyclus doorloopt. Alleen zo kan men tot gepersonaliseerde en betekenisvolle kennis komen.

Leertypen

Mensen zijn verschillend in aanleg en voorkeur. Zij ontwikkelen voorkeuren voor bepaalde fasen uit de cyclus. Daar beginnen zij bij voorkeur of besteden er de meeste tijd aan. Veel voorkomende typen lerende zijn:

  • De activist drukt uit dat hij graag zaken aanpast aan de omstandigheden. Zijn stijl is een combinatie van de fase actief experimenteren en concrete ervaring. Hij is genegen van alles, ook nieuwe dingen, uit te proberen en van ervaringen te leren. Hij is bijvoorbeeld sterk is het trail-and-error leren.
  • De observeerder bekijkt een gegeven situatie graag van allerlei kanten en evalueert. Zijn stijl is een combinatie van de fase concrete ervaring en reflectieve observatie. Hij gedijt goed in een context die vraagt om reflectie en het creëren van ideeën, die voorwaarden vormen voor verdere groei.
  • De theoreticus neemt graag nieuwe dingen op en is geneigd om denkbeelden en theorieën te overdenken. Zijn stijl is een combinatie van reflectieve observatie en abstracte begripsvorming. Hij kan vaak goed bottom up redeneren: inductief.
  • De pragmaticus legt zich graag toe op het uitvoeren of praktisch toepassen van ideeën. Zijn stijl is een combinatie van abstracte begripsvorming en actief experimenteren. Hij functioneert in het algemeen goed in situaties waarin de antwoorden op een vraag of problemen helder te definiëren zijn. De gerichtheid op toepassing leidt tot een voorkeur voor deductieve logica.

modelkolbleerstijlen

 

Bron: Nieweg, M., Leren volgens Kolb, publicatie Hogeschool van Amsterdam, 2006

Voor een praktische toepassing kijk je op ‘Reflecteren‘.

 

Wat kan je met de uitkomst? Ontwikkelen!

Afhankelijk van uw beginpunt kan een aantal van de volgende suggesties u te ambitieus lijken. Als dat zo is, kunt u deze verdelen in kleinere, haalbare stappen. Omdat uw ontwikkelingsplannen op maat gemaakt moeten zijn voor uw omstandigheden, staan hier een paar suggesties die kunnen dienen als nuttig uitgangspunt voor ideeën.

Ontwikkel uw activistenstijl

  • Doe minstens elke week iets nieuws, dat wil zeggen iets wat u nog nooit gedaan heeft. Ga carpoolen, bezoek een onderdeel van uw organisatie dat u verwaarloosd heeft, ga in uw lunchpauze joggen, trek eens iets raars aan naar uw werk, lees een onbekende krant met een levensfilosofie die lijnrecht tegenover die van u staat, zet de meubels in uw kantoor anders neer, enzovoort.
  • Oefen het beginnen van een gesprek (vooral ‘over koetjes en kalfjes’) met vreemden. Kies willekeurig mensen uit uw interne telefoongids en ga met hen praten. Dwing uzelf tijdens grote bijeenkomsten, conferenties of feestjes om een gesprek te beginnen en gaande te houden met alle aanwezigen. Ga in uw vrije tijd langs de deuren om te collecteren.
  • Fragmenteer uw dag met opzet door elk half uur iets anders te gaan doen. Maak de omschakeling zo divers mogelijk. Als u bijvoorbeeld een half uur denkwerk gedaan heeft, gaat u een mechanische routinetaak doen. Als u een half uur gezeten heeft, staat u op. Als u gepraat heeft, houdt u nu uw mond, enzovoort.
  • Dwing uzelf voor het voetlicht. Bied uzelf zo vaak mogelijk aan als vrijwilliger om vergaderingen voor te zitten of presentaties te houden. Wanneer u een vergadering bijwoont, moet u uzelf de uitdaging stellen om binnen tien minuten na aanvang van de vergadering een aanzienlijke bijdrage te leveren.
  • Oefen hardop nadenken. Geef uzelf een puzzel op en probeer ideeën uit op een collega (probeer samen in tien minuten vijftig ideeën te genereren). Speel met een aantal collega’s/vrienden een spel waarbij u elkaar een onderwerp geeft en daarover een onvoorbereide speech moet houden van minstens vijf minuten.

Ontwikkel uw observeerderstijl

  • Oefen observeren, vooral tijdens vergaderingen met agendapunten waarbij u niet direct betrokken bent. Bestudeer het gedrag van mensen. Noteer wie er het meeste aan het woord is, wie wie onderbreekt, wat leidt tot meningsverschillen, hoe vaak de voorzitter samenvat, enzovoort. Bestudeer ook non-verbaal gedrag. Wanneer leunen mensen voor- of achterover? Tel hoe vaak mensen iets benadrukken met een gebaar. Wanneer slaan mensen hun armen over elkaar, kijken ze op hun horloge, kauwen ze op hun potlood, enzovoort?
  • Houd een leerlogboek bij en noteer elke avond wat er gedurende de dag gebeurd is. Reflecteer over de gebeurtenissen van de dag en kijk of u er conclusies uit kunt trekken. Noteer uw conclusies in een logboek.
  • Oefen evalueren na een vergadering of andere gebeurtenis. Ga de volgorde van gebeurtenissen na. Stel vast wat goed ging en wat beter had gekund. Neem, indien mogelijk, een aantal gesprekken op en luister het bandje minimaal twee keer af waarbij u zeer gedetailleerd evalueert wat er gebeurd is. Noteer wat u van deze activiteit geleerd heeft.
  • Geef uzelf iets te onderzoeken, iets dat het nauwgezet verzamelen van gegevens uit verschillende bronnen vereist. Ga naar de bibliotheek en breng een paar uur door op de afdeling studieboeken.
  • Oefen het schrijven van perfecte artikelen. Schrijf essays over verschillende onderwerpen (iets wat u onderzocht heeft?). Schrijf ergens een rapport of paper over. Stel waterdichte beleidsuitspraken, overeenkomsten of procedures op. Wanneer u iets geschreven heeft, moet u het een week laten liggen en het dan opnieuw bekijken en uitgebreid herschrijven.
  • Oefen het maken van lijstjes met voors- en tegens van een bepaald actieplan. Neem een controversiële kwestie en stel evenwichtige argumenten op voor beide gezichtspunten. Als u met mensen bent die halsoverkop actie willen ondernemen, moet u hen waarschuwen om over de opties na te denken en te anticiperen op de gevolgen.

Ontwikkel uw theoreticusstijl

  • Lees minstens elke dag gedurende een half uur iets ‘zwaars’ dat tot denken aanzet. Probeer bijvoorbeeld een studieboek over management te lezen. Wat u ook kiest om te lezen, probeer na afloop in uw eigen woorden samen te vatten wat u gelezen heeft.
  • Oefen het vinden van inconsistenties/zwakheden in de argumenten van anderen. Onderstreep inconsistenties in rapporten. Analyseer organisatiediagrammen om overlappingen en conflicten op te sporen. Neem twee kranten van verschillende overtuigingen en doe regelmatig een vergelijkende analyse van de verschillen in hun meningen.
  • Analyseer een complexe situatie om precies aan te geven waarom deze zich zo ontwikkeld heeft. Wat had er in welke fase anders gedaan kunnen zijn? De situaties kunnen uit het verleden zijn of uit de actualiteit, of iets waar u persoonlijk bij betrokken geweest bent. U kunt bijvoorbeeld een gedetailleerde analyse maken van hoe u uw tijd besteed heeft, of de personen noteren met wie u contact heeft, hoe vaak en met welke resultaten.
  • Verzamel de theorieën, hypotheses en uitleg van anderen over gebeurtenissen; dit kan gaan over milieukwesties, theologie, natuurwetenschappen, menselijk gedrag, alles – als het maar een onderwerp is waar veel verschillende, bij voorkeur tegenstrijdige, theorieën over bestaan. Probeer de achterliggende vooronderstellingen te begrijpen waar elke theorie op gebaseerd is en probeer gelijksoortige theorieën te groeperen.
  • Oefen het structureren van situaties, zodat de kans groter is dat ze verlopen zoals u voorspelt. Plan bijvoorbeeld een conferentie waar de deelnemers in verschillende groepjes gaan werken. Geef de tijdsplanning, taken en plenaire sessies structuur. Of probeer een vergadering te structureren door een duidelijk doel, een agenda en een gepland begin, midden en eind te hebben.
  • Oefen het stellen van peilende vragen – het soort vragen dat grondig op de kwestie ingaat. Weiger u te laten afschepen met gemeenplaatsen of vage antwoorden. Stel vooral vragen die bedoeld zijn om precies te achterhalen waarom iets gebeurd is: ‘Waarom neemt het verzuim toe?’ ‘Waarom roken er meer vrouwen dan mannen?’ ‘Wat is het verband tussen dit probleem en wat er vorige week gebeurd is?’

Ontwikkel uw pragmaticusstijl

  • Verzamel technieken, dat wil zeggen praktische manieren om dingen te doen. De technieken kunnen gaan over iets wat potentieel nuttig is voor u. Het kunnen analytische technieken zijn zoals kritieke-padanalyse of kosten- batenanalyse. Het kunnen interpersoonlijke technieken zijn zoals transactionele analyse, of assertiviteits- of presentatietechnieken. Het kunnen tijdbesparende technieken zijn of statistische technieken, of technieken om uw geheugen te verbeteren, om om te gaan met stress en uw bloeddruk te verlagen!
  • Concentreer u tijdens vergaderingen en discussies (zoals voortgangsbijeenkomsten, probleemoplossingbijeenkomsten, planningbesprekingen, functioneringsgesprekken, onderhandelingen, verkoopgesprekken, enzovoort) op het produceren van actieplannen. Maak er een goede gewoonte van een vergadering of discussie nooit te verlaten zonder een lijst van acties voor uzelf of voor anderen, of beide. De actieplannen moeten specifiek zijn en er moet een deadline in staan (bijvoorbeeld: ‘Ik heb hoofdstuk 4 op 31 mei af’, ‘Frits schrijft voor 1 september een voorstel van twee pagina’s over alternatieve bonusprogramma’s’).
  • Schep kansen om te experimenteren met een aantal van uw nieuwe technieken. Probeer ze uit in de praktijk. Als er andere mensen betrokken zijn bij uw experiment, vertel hen dan openlijk dat u een experiment uitvoert en leg de techniek uit die u gaat testen. (Dit vermindert gêne wanneer de techniek een flop blijkt te zijn!) Kies een tijd en plaats voor uw experimenten. Vermijd situaties waarin veel op het spel staat en het risico op falen onacceptabel hoog is. Experimenteer in routineomstandigheden met mensen wiens hulp of steun u kunt vragen.
  • Bestudeer technieken die andere mensen gebruiken en spiegel uzelf aan hen. Neem technieken over van uw chef, de chef van uw chef, uw collega’s, uw medewerkers, bezoekende verkopers, interviewers op de televisie, politici, acteurs en actrices, uw buren. Wanneer u iets ontdekt wat ze goed doen – probeer ze dan te evenaren.
  • Onderwerp uzelf aan een nauwkeurig onderzoek door ‘experts’, zodat ze uw techniek kunnen bekijken en u kunnen coachen om deze te verbeteren. Laat bijvoorbeeld een goede presentator feedback geven over uw presentatietechnieken. Dit is het equivalent van een coachingsessie met een professionele golfspeler.
  • Onderneem een ‘doe-het-zelf’ project – het maakt niet uit of u goed met uw handen kunt werken of niet. Pragmatici zijn praktisch en, al is het maar voor praktische doeleinden, doe-het-zelven helpt u een praktische kijk te ontwikkelen. Renoveer een meubelstuk, hang een plank op. Bereken op het werk af en toe uw eigen statistieken in plaats van af te gaan op de uitdraai die u krijgt, onderzoek uw eigen organisatie en methoden, ga op zoek naar praktische problemen die u kunt oplossen. Leer werken met een nieuw softwareprogramma, leer een vreemde taal.
Aanvullende artikelen
Tools om zelf toe te passen

Leerstijlentest

Doel Niet iedereen leert op een zelfde wijze. De een leert door te doen, door te experimenteren, trail and error. Een ander leert door het te ervaren, door te voelen, al z’n zintuigen te gebruiken. Een derde leert door goed te kijken, door te observeren en daarop te reflecteren. En

Posted in Leren, gedrag en motivatie, Persoonlijk management, Verandermanagement | Tagged , , | Comments Off on Leerstijlentest
Het model leerstijlen van Kolb wordt gebruikt in de leergang middle management