Van der Vlist ontwikkelde de in Nederland bekende Leidse octaëder (Demenint, Van der Vlist,, & Allegro, 1989; Steensma, Demenint, 8c Allegro, 1996). Dit model bevat zes aspectsystemen of clusters van variabelen. De octaëder is geïnspireerd op de ruit vann Leavitt (1978) die de variabelen taken, structuur, technologie en mensen bevat. De zes aspecten worden als volgt omschreven. Organisatiedoelen betreffen de identiteit van de organisatie, datgene wat de organisatie wil bereiken; de organisatiedoelen worden vertaald in strategisch, technologisch en sociaal beleid. Organisatiestrategie betreft de beslissingen over de wijze waarop mensen en middelen worden ingezet om de organisatiedoelen te realiseren.
Organisatiestructuur betreft de opsplitsing van taken over afdelingen en organisatie-eenheden evenals de onderlinge relaties tussen die afdelingen en eenheden. Technologie betreft het totaal aan technische voorzieningen (machines, computers) en procedures (voor uitvoering van het werk en ook persooneelsinstrumenten). Mensen betreft het werk van de mensen in een organisatie, de inzet van hun kennis en vaardigheden en hun ontwikkelingsmogelijkheden.
Organisatiecultuur betreft gemeenschappelijke waarden en normen van mensen in een organisatie en de manier waarop zij met elkaar omgaan.
De figuur laat zien dat deze aspecten worden weergegeven in een achtvlak. Het achtvlak illustreert hun onderlinge verbondenheid en het streven naar een dynamisch evenwicht.
De vlakken geven weer dat de aspectsystemen in relatie tot elkaar staan en niet onafhankelijk van elkaar kunnen worden begrepen. De relatie met de omgeving is niet weergegeven in de figuur. Genoemde auteurs besteden daar in hun tekst wel aandacht aan en stellen dat verandering nodig is wanneer er onvoldoende aansluiting is tussen de organisatie en haar omgeving.

Meer weten? Wij selecteerden de volgende boeken voor jou.
Flitsende organisaties

Als succesvolle bedrijven groeien, worden ze complexer. Die complexiteit leidt ertoe dat ze trager worden, meer kosten maken en minder leuk zijn om voor te werken. In ‘Flitsende organisaties’ onderwerpt Kevan Hall het functioneren van dergelijke complexe bedrijven aan een kritische blik. De auteur werkte bij toonaangevende bedrijven zoals
Organisatiestructuren

Henry Mintzberg beschrijft in dit boek welke organisatiestructuren ten grondslag liggen aan een effectieve organisatie. Hij introduceert vijf basisstructuren die garant staan voor een succesvolle bedrijfsvoering en licht de pluspunten en de valkuilen op heldere wijze toe. Zo reikt hij studenten en managers praktische ontwerpen aan die zij direct
Verdraaide organisaties

Organisaties zijn “verdraaid” als de natuurlijke principes van organiseren verloren zijn gegaan onder een lawine van on-natuurlijke managementlogica. Recht tegenover deze verdraaide organisaties staan de organisaties die juist excelleren. Zij houden zaken eenvoudig en dicht bij de menselijke natuur en presteren daarmee enorm veel beter. In ‘Verdraaide organisaties’ biedt