Hoe kan een systematische werkmethode zoals het gedragveranderingswiel helpen bij het ontwerpen en beoordelen van effectieve gedragsinterventies?
Op welke manier categoriseert het gedragveranderingswiel interventies en beleidsstrategieën om gedragsverandering te stimuleren?
Hoe kunnen beleidsmakers en zorgprofessionals dit model toepassen om gedragsverandering in de praktijk effectiever te maken?
Dit artikel beschrijft een methodische aanpak om interventies te ontwikkelen die gericht zijn op het beïnvloeden van menselijk gedrag. De bevindingen uit het onderzoek, dat is uitgevoerd binnen de publieke sector, bieden waardevolle inzichten die ook toepasbaar zijn bij organisatieveranderingen.
Het artikel begint met een algemene inleiding, waarna het verder ingaat op het COM-B-model en het Behavior Change Wheel (BCW). Tot slot wordt de vertaalslag gemaakt van deze gedragswetenschappelijke modellen naar praktische toepassingen voor veranderprocessen binnen organisaties.
Inleiding
Het gedragsveranderingswiel (BCW) is ontwikkeld als een gestructureerd instrument om gedrag te karakteriseren en gerichte interventies te ontwerpen. Het kader bestaat uit een kern (het ‘gedragsysteem’) dat gedrag definieert en analyseert, omringd door interventiefuncties en beleidscategorieën. Het BCW maakt gebruik van het COM-B-model, dat gedrag verklaart door factoren als capability, opportunity en motivation. Het doel is om op systematische wijze gedrag te begrijpen en interventies te selecteren die effectief gedrag kunnen veranderen.
Het model wordt toegepast in diverse settings, zoals de Britse volksgezondheid en de implementatie van beleid, en helpt om verschillende theoretische en praktische frameworks te vergaren en te vergelijken. Het biedt een overzichtelijk raamwerk dat consistent en betrouwbaar gedrag kan karakteriseren, en vormt een solide basis voor het ontwikkelen van interventies en beleidsmaatregelen. Daarnaast onderstreept de ontwikkeling van het BCW dat het belangrijk is om gedrag en beleidsvorming op een gestandaardiseerde en systematische wijze te benaderen, wat de effectiviteit van interventies kan verbeteren.
COM-B model
Het COM-B-model is een kernconcept binnen het gedragsveranderingskader en dient als een basis voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag. Het model stelt dat Behaviour (gedrag) wordt bepaald door drie onderlinge verbonden componenten: Capability (vermogen), Opportunity (kans), en Motivation (motivatie). Voor effectief gedragsverandering moeten deze drie elementen op elkaar afgestemd zijn en in balans worden gebracht.
Capability (vermogen)
Dit verwijst naar de vaardigheden en kennis die nodig zijn om het gedrag uit te voeren. Het omvat zowel fysieke capaciteit (bijvoorbeeld beschikken over de juiste vaardigheden, lichamelijke kracht of gereedschap) als psychologische capaciteit (bijvoorbeeld kennis, begrip en cognitieve vaardigheden).
Voorbeeld: een medewerker moet weten hoe hij een nieuwe software gebruikt (psychologische capaciteit) en de vaardigheden hebben om de taken uit te voeren (fysieke capaciteit).
Opportunity (kans)
Dit betrekt de externe factoren die bevorderen of belemmeren dat het gedrag plaatsvindt. Het kan gaan om fysieke kansen (zoals beschikbare middelen, tijd, omgeving) en sociale kansen (zoals sociale normen, steun van anderen).
Voorbeeld: een organisatorische omgeving die de juiste tools en tijd biedt, maakt het makkelijker voor werknemers om het gewenste gedrag te vertonen.

Motivation (motivatie)
Dit element omvat de automatische en reflectieve processen die gedrag stimuleren of afremmen. Reflectieve motivatie verwijst naar bewuste gedachten, overtuigingen en doelen, terwijl automatische motivatie draait om emoties, gewoonten en impulsen.
Voorbeeld: een werknemer moet gemotiveerd zijn door het belang van de nieuwe werkwijze en zich erop gericht voelen deze te adopteren.
Het model benadrukt dat voor het veranderen van gedrag, interventies zich moeten richten op het versterken van de componenten die momenteel tekortschieten. Bijvoorbeeld, om gedragsverandering te stimuleren, kunnen interventies gericht zijn op het vergroten van vaardigheden (capability), het aanpassen van de omgeving (opportunity) of het veranderen van motivaties (motivation).
Door deze drie componenten te analyseren en aan te passen, kunnen effectieve strategieën worden ontwikkeld die het gedrag succesvol beïnvloeden. Het COM-B-model vormt dus de fundering voor het ontwerpen van interventies binnen het bredere kader van het Behavior Change Wheel.
Behavior Change Wheel
Het Behavior Change Wheel (BCW) is een overkoepelend model dat is ontwikkeld op basis van het COM-B-model. Het biedt een gestructureerd raamwerk voor het ontwerpen en implementeren van gedragsveranderende interventies en beleid. Het centrale onderdeel van het BCW is het COM-B-systeem, dat de kernprincipes beschrijft die bepalen of gedrag plaatsvindt of gewijzigd kan worden.
Structuur van het Behavior Change Wheel
Centrum (de ‘hub’): het COM-B-systeem, dat aangeeft dat gedrag wordt bepaald door Capability, Opportunity en Motivation.
Rond de kern: interventiefiguren die gericht zijn op het beïnvloeden van één of meer componenten van het COM-B-systeem. Er zijn negen verschillende interventiefuncties:
- Onderwijs (education)
- Overtuigen (persuasion)
- Prikkelen (incentivisation)
- Dwang (coercion)
- Training (training)
- Beperking (restriction)
- Omgeving reorganiseren (environmental restructuring)
- Modellering (modeling)
- Faciliteren (enablement)
Omgeving (om de interventie functies): beleidscategorieën die de uitvoer van interventies ondersteunen:
- Begroting
- Richtlijnen
- Omgevingsplanning
- Regels
- Toezicht
- Fiscale maatregelen
- Regels en wetgeving
Een concreet voorbeeld gericht op organisatieverandering
Stel dat je als organisatie het gedrag wilt stimuleren dat medewerkers vaker gebruik maken van een nieuw trainingsprogramma:
Het COM-B-analyse kan laten zien dat het probleem ligt bij:
- Capability: medewerkers weten niet goed hoe ze de trainingen moeten gebruiken.
- Opportunity: de trainingen worden niet gemakkelijk toegankelijk aangeboden.
- Motivation: ze zijn niet gemotiveerd om de trainingen te volgen omdat ze niet zien waarom het belangrijk is.
Vervolgens kies je de passende interventiefuncties:
- Onderwijs (education): informeer medewerkers over de voordelen van de trainingen.
- Training: bied praktische vaardigheden aan, bijvoorbeeld door korte instructievideo’s.
- Omgeving reorganiseren (environmental restructuring): versimpel de toegang tot trainingen, bijvoorbeeld door deze op een centrale locatie of digitaal beschikbaar te maken.
- Faciliteren (enablement): bied ondersteuning of tijd om de training te volgen.
Tegelijkertijd kunnen beleidscategorieën worden ingezet om dit te ondersteunen:
- Richtlijnen (guidelines): stel bedrijfsrichtlijnen op die training verplicht stellen.
- Begroting: zet budget vrij voor het ontwikkelen van toegankelijke trainingsmaterialen.
Lees het hele artikel en download de pdf.