Leerstijlentest

Doel
Niet iedereen leert op een zelfde wijze. De een leert door te doen, door te experimenteren, trail and error. Een ander leert door het te ervaren, door te voelen, al z’n zintuigen te gebruiken. Een derde leert door goed te kijken, door te observeren en daarop te reflecteren. En een vierde leert door er over na te denken.

Doel van deze leerstijlentest is het vaststellen van jouw voorkeur. Wanneer je jouw voorkeur kent, kunnen we ook vertellen hoe je ermee om zou kunnen gaan. En hoe je bepaalde stijlen kunt cultiveren.





 
Resultaat
De leerstijlentest gaat echt over jou. Wanneer je deze test invult komt daar een bepaald type uit: activist, observeerder, pragmaticus of theoreticus
Je bent waarschijnlijk van alles wat, maar als het goed is komt er een dominant type naar boven.

Werkwijze
De test bestaat uit 80 stellingen. Per stelling geef je aan of deze stelling op jou van toepassing is.

Wanneer dit voor alle 80 stellingen is gedaan, krijg je een grafiek als uitkomst.

 




 


Wat kan je ermee?

Lees de uitgebreide toelichting op het model van Kolb.

De bovenstaande leerstijlentest is gebaseerd op de onderstaande stellingen.

1 Ik heb een uitgesproken mening over wat goed en slecht is.
2 Ik doe vaak iets zonder na te denken over de mogelijke gevolgen.
3 Ik tracht problemen stap voor stap op te lossen.
4 Ik ben van mening dat formele procedures en voorschriften het gedrag van mensen dwangmatig maakt.
5 Ik heb de reputatie een directe ‘no-nonsense’ stijl te hebben

6 Ik vind dat acties gebaseerd op intuïtie vaak net zo goed zijn als acties op basis van zorgvuldig nadenken en analyseren.
7 Ik houd van het soort werk waarbij ik de tijd heb om de onderste steen boven te krijgen.
8 Ik vraag mensen regelmatig naar hun basisvooronderstellingen.
9 Het belangrijkste is of iets werkt in de praktijk.
10 Ik zoek actief naar nieuwe ervaringen.

11 Als ik over een nieuw idee of benadering hoor, begin ik onmiddellijk te werken aan een toepassing in de praktijk.
12 Ik hecht veel belang aan zelfdiscipline zoals gezond eten, regelmatige lichaamsbeweging, vasthouden aan bepaalde routines, enzovoort.
13 Ik stel er eer in iets grondig en systematisch te doen.
14 Ik kan het best opschieten met logische, analytische mensen en minder met spontane, irrationele mensen.
15 Ik ben voorzichtig met de interpretatie van beschikbare gegevens en vermijd overhaaste conclusies.

16 Ik houd ervan doordacht tot een beslissing te komen na afweging van vele alternatieven.
17 Ik voel me meer aangetrokken tot nieuwe ongebruikelijke ideeën dan tot praktische.
18 Ik houd niet van iets dat onaf is en geef er de voorkeur aan dat dingen passen in een samenhangend patroon.
19 Ik aanvaard en houd vast aan vastgelegde procedures en richtlijnen zolang ik merk dat dit efficiënt is om het werk gedaan te krijgen.
20 Ik houd ervan mijn acties in verband te brengen met een algemeen principe.




 

21 In discussies houd ik en van rechtop mijn doel af te gaan.
22 Ik heb het liefst een afstandelijke, tamelijk formele band met de mensen op mijn werk.
23 Ik ben dol op de uitdaging iets nieuws en anders aan te pakken.
24 Ik houd van mensen die grappen kunnen waarderen en spontaan zijn.
25 Ik let zeer nauwkeurig op details alvorens tot een conclusie te komen.

26 Ik vind het moeilijk om met ongebruikelijke, dolle ideeën te komen.
27 Ik vind het zonde van de tijd om ergens omheen te draaien.
28 Ik waak ervoor om te snel tot conclusies te komen.
29 Ik geef er de voorkeur aan om over zoveel mogelijk informatiebronnen te beschikken, hoe meer gegevens om over na te denken, hoe liever.
30 Oppervlakkige mensen die dingen niet serieus nemen irriteren mij meestal.

31 Ik luister naar de mening van anderen voordat ik mijn eigen mening naar voren breng.
32 Ik ben tamelijk open over mijn eigen gevoelens.
33 In discussies houd ik ervan de manoeuvres van anderen te observeren.
34 Ik reageer liever spontaan en flexibel op iets, dan dingen van tevoren te plannen.
35 Ik voel me aangetrokken tot technieken zoals: ‘netwerkanalyse’, ‘stroomdiagrammen’,’branching-programma’s en waarschijnlijkheidsplanning.




 

36 Ik vind het vervelend als ik werk moet af raffelen om een deadline te halen.
37 Ik beoordeel iemands ideeën graag op hun praktische waarde.
38 Rustige, nadenkende mensen maken mij onrustig.
39 Ik raak vaak geïrriteerd door mensen die zich onbesuisd ergens instorten.
40 Het is belangrijker van het heden te genieten dan te denken over het verleden of de toekomst.

41 Ik denk dat beslissingen gebaseerd op een grondige analyse van alle informatie, gezonder zijn dan beslissingen op basis van intuïtie.
42 Ik ben tamelijk perfectionistisch ingesteld.
43 Tijdens discussies draag ik veel ideeën bij die mij zo ineens te binnen schieten.
44 In bijeenkomsten geef ik praktische, reële ideeën.
45 Regels zijn er om vaker wel dan niet overtreden te worden.

46 Ik geef er de voorkeur aan mij afzijdig te houden en alle perspectieven te overwegen.
47 Ik vind dikwijls zwakheden en tekortkomingen in de argumenten van anderen.
48 Over het algemeen spreek ik meer dan dat ik luister.
49 Vaak vind ik betere en meer praktische mogelijkheden om iets te doen.
50 Ik vind dat geschreven rapporten kort, kernachtig en ter zake moeten zijn.




 

51 Ik ben ervan overtuigd dat verstandig, logisch denken uiteindelijk overwint.
52 Ik bespreek liever serieuze zaken met mensen dan te praten over koetjes en kalfjes.
53 Ik houd van mensen die met beide benen op de grond staan.
54 In gesprekken word ik ongeduldig als mensen met irrelevante zaken en bijzaken komen.
55 Wanneer ik een rapport moet schrijven, heb ik de neiging een heleboel kladjes te maken voordat ik aan de eigenlijke versie toekom.

56 Ik houd ervan dingen uit te proberen om te kijken of het werkt in de praktijk.
57 Ik houd ervan op een logische manier antwoorden te vinden.
58 Ik vind het fijn om veel aan het woord te zijn.
59 In discussies vind ik dat ik vaak de realist ben die de mensen bij het onderwerp houdt en wollige speculaties vermijd.
60 Ik sta graag stil bij diverse alternatieven voor ik mijn beslissing neem.

61 In discussies ben ik vaak het minst geëmotioneerd en het meest objectief.
62 In discussies ben ik meer geneigd mij op de achtergrond te houden dan de leiding te nemen en veel aan het woord te zijn.
63 Ik breng lopende activiteiten graag in verband met de langere termijn en een ruimer kader.
64 Als er iets misgaat, laat ik dat het liefst snel van mij afglijden als iets waar ik van geleerd heb.
65 Ik ben geneigd om wilde en dwaze ideeën af te wijzen als onpraktisch.




 

66 Bezint eer ge begint’ is het beste.
67 Bij elkaar luister ik meer dan dat ik praat.
68 Ik ben tamelijk hard tegen mensen die het moeilijk vinden om iets logisch aan te pakken.
69 Ik denk dat in de meeste gevallen het doel de middelen heiligt.
70 Ik vind het niet erg om de gevoelens van mensen te kwetsen als het werk maar gebeurt.

71 Ik vind de formaliteit van eerst specifieke doelen stellen en plannen uitstippelen, verlammend.
72 Ik ben meestal de centrale figuur op een feestje.
73 Ik doe alles wat nodig is om iets gedaan te krijgen.
74 Ik verveel me snel met methodisch, gedetailleerd werk.
75 Ik onderzoek graag de uitgangspunten, principes en theorieën die aan zaken of gebeurtenissen ten grondslag liggen.

76 Ik ben altijd geïnteresseerd in wat anderen denken.
77 Ik houd ervan dat vergaderingen systematisch verlopen en dat de overeengekomen agenda wordt behandeld.
78 Ik houd mij verre van subjectieve of omstreden onderwerpen.
79 Ik geniet van drama en opwinding in een crisissituatie.
80 Mensen vinden mij vaak ongevoelig voor hun gevoelens.