Daniel Kahneman

Wie is Daniel Kahneman?

Daniel Kahneman (1934–2024) was een Israëlisch-Amerikaanse psycholoog en een van de grondleggers van de gedrags­economie. In 2002 ontving hij de Nobelprijs voor de Economische Wetenschappen voor het integreren van psychologische inzichten in de economie, met name over oordeelsvorming en besluitvorming onder onzekerheid. Bij een breder publiek werd hij bekend door zijn bestseller Thinking, Fast and Slow (Ons feilbare denken). Hij overleed op 27 maart 2024; Princeton University herdacht hem als een pionier die onze kijk op beslissen blijvend veranderde.

Kahneman werd op 5 maart 1934 in Tel Aviv geboren terwijl zijn moeder daar familie bezocht, groeide op in Parijs en maakte als Joodse jongen de Duitse bezetting mee. Na de oorlog vestigde hij zich in Palestina/Israël, studeerde psychologie en wiskunde aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en diende in de psychologische eenheid van de Israëlische strijdkrachten. In 1961 promoveerde hij in de psychologie aan de University of California, Berkeley. Deze biografische lijn—van Europese oorlogservaring naar academische vorming in Israël en de VS—markeert de ontwikkeling van een onderzoeker die praktische beoordelingsproblemen altijd serieus nam.

Zijn academische loopbaan voerde via de Hebreeuwse Universiteit, de University of British Columbia en UC Berkeley naar Princeton, maar inhoudelijk werd ze vooral bepaald door de samenwerking met Amos Tversky vanaf het einde van de jaren zestig. Samen toonden zij dat mensen in onzekerheid vaak systematisch afwijken van rationele modellen en dat we mentale snelkoppelingen (heuristieken) gebruiken die tot voorspelbare denkfouten leiden. Het klassieke Science-artikel uit 1974 over ‘heuristics and biases’ is hier de mijlpaal.

Daarop bouwden zij in 1979 voort met prospect-theorie, een alternatief voor de verwachte-nutstheorie. Prospect-theorie introduceert referentiepunten en vooral verliesaversie: verliezen wegen psychologisch zwaarder dan equivalente winsten. Dit raamwerk werd later cruciaal voor economie, marketing, finance en beleid.

Kahneman verdiepte ook ons begrip van welzijn en ervaring. Hij maakte het onderscheid tussen het ‘ervarende’ en het ‘herinnerende’ zelf, en liet zien dat herinneringen aan gebeurtenissen vooral worden bepaald door piekmomenten en het einde (de ‘peak-end rule’). Zijn TED-lezing en latere essays vatten dit elegant samen en beïnvloedden alles van patiëntenzorg tot service-design.

Met Angus Deaton onderzocht hij de relatie tussen inkomen en welbevinden: hun invloedrijke studie uit 2010 suggereerde dat emotioneel welbevinden tot circa $75.000 toeneemt en daarna afvlakt. In 2023 werkte Kahneman in een ‘adversarial collaboration’ mee aan een nieuwe PNAS-analyse die het eerdere debat verzoende: voor de meeste mensen stijgt ervaren welbevinden door met inkomen, terwijl voor een minderheid die al ongelukkig is verdere inkomensstijging weinig toevoegt.

In zijn latere werk richtte Kahneman zich, samen met Olivier Sibony en Cass Sunstein, op ‘ruis’ (Noise, 2021): ongewenste variabiliteit in oordelen die naast bias leidt tot fouten. Hij pleitte voor ‘decision hygiene’: onafhankelijk oordelen, meerdere schattingen aggregeren en eenvoudige, gedisciplineerde regels toepassen om ruis en overmoed te beperken.

De bijdrage van Kahneman aan kennis en onderzoek zit niet alleen in afzonderlijke bevindingen, maar in een methode: zorgvuldig experimenteel werk, samenwerking over disciplines, en de bereidheid om bekende aannames te beproeven met heldere data. Daarmee verschoof hij het zwaartepunt van een economie die idealiter rationele beslissers veronderstelde naar een menswetenschap die echte mensen bestudeert—met al hun intuïties, systematische fouten en contextafhankelijkheid. Zijn ideeën vormen vandaag het fundament onder gedragseconomie, nudging-beleid, risicomanagement en evidence-based management, en blijven richtinggevend voor wie betere beslissingen wil nemen.