Hoe businessschools hun leven beteren

 

De MBA-scholen kregen de zwarte piet voor de kredietcrisis. Nu willen ze hun leven beteren. Maar heeft de leider van de 21ste eeuw nog wel een mba?

Het lijkt op het eerste gezicht een spagaat. Heb je een klas vol mensen die willen leren hoe ze zo snel mogelijk veel geld kunnen verdienen, moet je hen uitleggen dat het daar helemaal niet om gaat. En dat iets als het milieu ook belangrijk is, en dat het als (aanstaand) topmanager er vooral om gaat dat je je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Geen boodschap die erin gaat als Gods woord in een ouderling, zou je misschien zeggen. want de mba, dat was toch die opleiding waar je de fijne kneepjes van het harde zakenleven kreeg aangereikt? waar managers werden gekneed die wisten hoe een snelle winst te pakken, mens noch maatschappij ontziend?

Wie tegenwoordig een rondje maakt langs de Nederlandse mba-opleidingen, krijgt evenwel een heel ander beeld. Een duurzame en ethische bedrijfsvoering lijkt hier de afgelopen jaren welhaast de nieuwe geloofsbelijdenis geworden. “Wij hebben al sinds 1984 een aparte leerstoel bedrijfsethiek, bezet door de eerste hoogleraar op dat onderwerp in Europa”, zegt bijvoorbeeld Marcel Creemers, de programmadirecteur van de nog immer prestigieuze Nyenrode Business Universiteit. “En al sinds 1999 een centrum voor duurzaamheid.”




 

En ook George Yip, decaan van de Rotterdam School of Management, slaat zichzelf graag op de verantwoorde borst: “Wij benadrukken al sinds jaar en dag de waarde van stakeholder in plaats van shareholder values. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en businessethiek zijn bij ons door alle programmaonderdelen heen verweven.”

Of vraag het Jan Henk van de Werff, managing director van de Tilburgse mba van TiasNimbas: “Wij leggen net de laatste hand aan een nieuw fulltime mba-programma. Dat richt zich niet alleen op persoonlijke en academische vaardigheden, maar heeft voor het eerst ook expliciet societal development centraal staan. We kijken meer dan voorheen naar non-gouvernemental organisations en naar vakken als psychologie en sociologie. Zo willen we de mba meer ‘imbedden’ in de maatschappij.”

Zuid-Afrika

Sonja Zaar, mba-director in Maastricht, zegt sinds een jaar of drie haar zinnen zelfs volledig te zetten op duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Er komen nu vaker gastsprekers uit goededoelenorganisaties en er worden sociale projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika. “We hebben een uitgebalanceerder programma, dat de verwerving van cognitieve kennis meer verbindt aan persoonlijke ontwikkeling.”

Ivo Matser, de ceo van TSM, de business-school vlakbij de Universiteit Twente, gaat misschien nog wel het verst. “Als je zegt: ik voel me verantwoordelijk voor een betere, duurzame wereld, zoals wij zeggen, dan moet je niet doen alsof het een trend is, dan mag het geen vak zijn wat je erbij doet, dan moet het echt geincorporeerd zijn. Dat betekent dat wij daar dus ook van begin tot eind op hameren. Wij houden bijvoorbeeld een ontwikkelassessment voor kandidaten. Als daaruit blijkt dat zij die verantwoordelijkheid niet willen nemen, dan komen ze er niet in. En in het praktijkdeel, het sluitstuk van je mba, moeten ook altijd duurzaamheidskenmerken een rol spelen. Daar hangt je beoordeling ook vanaf.”

Geen cum laude

Cijfers geven ze overigens niet bij de onlangs academisch geaccrediteerde mba-opleiding in Twente. “Wij kennen ook geen cum laude. Dat stimuleert voor ons te veel de calculerende mens. Bij ons krijg je alleen een pass of een fail, met een motivatie erbij: wat kan er beter?”

Alles gericht op ontwikkeling. Maar noem de Twentse aanpak vooral niet soft, zegt Matser. “Ook wij zijn opgegroeid in de wereld van harde kengetallen. We maken alles ook gewoon businesswise. Alleen dan in een bredere context. Anders kom je in specialismes terecht. En dan gaat het gegarandeerd mis. Specialisatie is de ondergang van elke manager.”

Dat betekent bijvoorbeeld dat bij TSM de mba-studenten in groepen van 4 tot 5 man móéten werken aan een maatschappelijk project, waarbij ze hun managementkwaliteiten moeten inzetten. “Zo hebben onze studenten dit jaar bijvoorbeeld de efficiency en bevoorrading van Rotterdamse voedselbanken onder handen genomen, en gekeken hoe je meer mensen daarbij kunt betrekken.”




 

Langetermijnvisie

Zelfs de niet-academische opleidingen hebben het groene en sociaal-maatschappelijke gedachtegoed omarmd. Zoals in Windesheim, dat de primeur van een lector familiebedrijven heeft, die zich vooral richt op de langetermijnvisie van zulke bedrijven. “Wij willen managers opleiden, die integriteit als belangrijke waarde kennen”, zegt mba-coördinator Jacob Keegstra.

En ook in het buitenland heeft dat inzicht inmiddels stevig postgevat. Zoals Martha Maznevski zegt, de programmadirecteur van de prestigieuze mba-opleiding IMD in het Zwitserse Lausanne: “Duurzaamheid en ethiek zijn altijd al belangrijke onderdelen van ons programma geweest. In elke discussie vragen wij daarom aan onze studenten: wat is het goede ding om te doen? En voor wie?”

Schuld in de schoenen

Het zijn stuk voor stuk mooie woorden, die nogal contrasteren met het gangbare beeld dat rondom mba-afgestudeerden hangt. Ze kregen net niet de volledige schuld in de schoenen, maar werden in elk geval wel deels verantwoordelijk gehouden voor de kredietcrisis. De mba-scholen zouden te veel ‘spreadsheetmanagers’ hebben afgeleverd voor wie goede kwartaalcijfers en dito bonussen de enige doelen waren, zo was de algemene kritiek.

Die kritiek werd het best verwoord door de Canadees Henry Mintzberg, die in zijn boek Managers, Not MBA’s, uit 2004 alweer, de aanval opende op een Harvard-klas uit de jaren ‘90, die na afstuderen een spoor achterliet van fraude, faillissementen en mislukkingen. Zijn analyse: het thema ‘leiderschap’ is – met name op de Angelsaksische scholen – veel te veel verdrongen door algemeen management- en modellendenken. Dat kan nooit goed aflopen, voorspelde hij. Een verhaal dat er vooral in Europa inging als zoete koek.

“Veel businessschools in Europa hebben Mintzberg toen al gevolgd”, weet Creemers. “Maar in Amerika was het animo om te veranderen veel geringer.” “Ik heb eens een lezing van Mintzberg bijgewoond”, herinnert Matser zich. “Was na de pauze de zaal halfleeg. Waren alle Amerikanen vertrokken. Die trokken het gewoon echt niet meer. Alleen de Europeanen waren blijven zitten, op het puntje van hun stoel.”

Salarissprong

Daar komt bij dat in Europa ook de vraag van studenten veranderde. Waar de mba-opleiding vroeger nog wel eens gezien werd als de snelste of in elk geval zekerste manier naar een flinke salarissprong, kwam nu een generatie mba-studenten die vooral een betere manager wilde worden, zegt bijvoorbeeld Maznevski. “We zien de laatste jaren steeds meer dat managers de wereld willen verbeteren, en hun business willen gebruiken om dat te doen. Het geloof in het lineaire carrièrepad is verdwenen, alleen het geloof in eigen kunnen niet.”

“Ook wij ervaren dat onze studenten niet uit zijn op het korte gewin, op alleen het grotere salaris”, valt Yip haar bij. “Het zijn veelal jonge, gemotiveerde mensen die iets willen doen met hun leven.”

“Mensen worden nu anders gemotiveerd dan een generatie geleden”, zegt Matser. “Ze hebben wel een carrière voor ogen, maar die wordt niet meer zo gekoppeld aan hiërarchie. Het idee van de ladder is echt achterhaald.” Zaar vult aan dat de omwenteling die haar mba in 2007 meemaakte niet zozeer was ingestoken door de maatschappelijke kritiek, maar juist door “bewegingen in de markt”. “We wilden kijken hoe we het mba-programma verder konden inzetten als middel om het individu een duurzame bijdrage te laten leveren aan zichzelf, de organisatie en de maatschappij.”

Dit uitte zich onder meer in de opzet van een Leadership Development Trajectory, dat met coaches, buddy’s en intervisiegroepen probeert managers een beter inzicht te geven in hun eigen leiderschapsvaardigheden.




 

Pretentieus

Het zijn nogal ambities. “Mba’s moeten niet alleen betere managers opleveren, maar betere mensen, hoor je wel eens”, zegt Matser. “Dat vind ik zelf nogal pretentieus, dat zal ik nooit verkondigen. Maar ik denk wel dat als de mbaopleiding zich niet ontwikkelt in de richting die wij hebben gekozen, dat de opleiding dan binnen 20 jaar verdwenen is. Het is evident dat dingen echt anders moeten in de maatschappij. Dan is dit een kans. Toen wij vier jaar geleden deze route kozen, waren we er behoorlijk onzeker over. Is de timing wel goed? Lopen we te hard? Struikelen we niet over de schoonheid van onszelf? Toen kwam de crisis. Nu stellen we die vragen nauwelijks meer. We hebben in de gaten: het doet er echt toe, nu moeten we doorpakken.”

Eenheidsworst

De kredietcrisis, en de daarmee gepaard gaande kritiek op de eenheidsworst die de mba’s zouden afleveren, heeft de ontwikkeling naar andere mba’s dus niet aangejaagd, hooguit versneld. Er wordt op vrijwel alle opleidingen nu minder vanuit het tekstboek geleerd, en meer met meerdimensionele praktijkvoorbeelden en casuïstiek. En er is, naast een focus op duurzaamheid, ook overal meer aandacht voor bijvoorbeeld risicomanagement en compliance & governance.

Goede of foute antwoorden zijn er een stuk minder, het gaat er nu meer om de goede vragen te leren stellen, zeggen betrokkenen. Tot tevredenheid van de studenten, zegt Sonja Zaar. “Studenten geven aan nu meer te halen uit het programma, en de studentenevaluaties scoren hogen dan voorheen. En ook in studentenaantallen is de verandering zichtbaar. In 2007 hadden we nog 27 deelnemers, dit jaar waren het er 81.”

Dat mag zo zijn voor Maastricht, maar dat is dan wel een uitzondering, bekent Matser. “De markt voor managementopleidingen is de laatste jaren gehalveerd, al trekt die nu weer iets aan. Instellingen als Inséad en IMD hebben echt te maken met 30 tot 40 procent minder aanmeldingen. Bij ons valt dat gelukkig erg mee en stijgt het aantal mba’ers zelfs licht. En ik heb echt de indruk dat dat komt door de richting die wij gekozen hebben.”




 

Geen revolutie

Maar of die nieuwe, duurzame en maatschappelijk verantwoorde insteek ook zal helpen om de betere, empathische leiders van de 21ste eeuw te creëren, is nog even afwachten. “We zien dat onze mba’s nu meer gericht zijn op de lange termijn”, zegt Maznevski. “Dat geeft hoop voor de toekomstige rol van business in de samenleving.”

En ook Yip is positief gestemd. “Wij zijn ervan overtuigd dat onderwijs de sleutel is tot verantwoord en ethisch leiderschap.” Maar Creemers waarschuwt ervoor niet op een revolutie te rekenen. “Net zoals niet álle businessschools hebben aangezet tot graaien, is het ook niet te verwachten dat een ommezwaai in het mba-onderwijs een snelle louterende werking heeft op het gedrag van álle managers en ondernemers. Goed beschouwd is een onderwijsverandering wel zinvol voor de lange termijn, maar altijd te laat om optredend onheil af te wenden. Zelfs zieners als Mintzberg komen altijd ongeveer 10 tot 20 jaar te laat om het tij te keren. Ik zou dus als samenleving niet alle hoop vestigen op snelle veranderingen als gevolg van recente koerswijzigingen in het onderwijs. Betere regelgeving is op de korte termijn veel effectiever.”

Waardeloze kennis

Het laatste woord is opnieuw aan Matser. Volgens hem moeten de mba’s af van kennisoverdracht, maar zich richten op ontwikkeling. “Ik durf de stelling aan dat kennis van managers geen economische waarde heeft. Kennis is overal vrij toe•gankelijk. Als kennisoverdracht dan je kernwaarde is, zoals geldt bij veel mba’s, heb je natuurlijk wel een probleem.”

Focussen op ontwikkeling, zegt hij, “is minder veilig voor onze studenten, maar ook minder vergankelijk. Wij zien kennis tegenwoordig als grondstof, iets wat je inkoopt. Als je laat zien dat je jezelf continu kunt ontwikkelen, is dat veel meer waard dan als je aantoot dat je sommen kunt oplossen.”

Bron: MT.nl

Auteur: Peter Boerman

Datum: 18-11-2010