Peter Senge

Peter M. Senge (geboren 1947 in Stanford, Californië) is een invloedrijke Amerikaanse systems scientist en organisatie-expert, vooral bekend vanwege zijn baanbrekende ideeën over ‘lerende organisaties’. Hij verwierf een B.S. in aerospace engineering (Stanford University) en vervolgde zijn academische carrière aan het MIT, waar hij in 1972 een M.S. behaalde in Social Systems Modeling en in 1978 promoveerde in Management aan de Sloan School of Management.

Na zijn promotie werd Senge directeur van het Center for Organizational Learning aan MIT, en later oprichter en voorzitter van de Society for Organizational Learning (SoL), een wereldwijde organisatie gericht op het bevorderen van samenwerking, kennisdeling en systemisch leren binnen en tussen organisaties. Daarbovenop was hij medeoprichter van de Academy for Systems Change, die leiders in complexe sociale systemen ondersteunt met tools en methoden voor systemisch denken en verandering.

Zijn carrière kreeg internationale bekendheid met de publicatie van The Fifth Discipline: The Art and Practice of the Learning Organization (1990, herziene editie 2006). Dit werk introduceerde de vijf disciplines van een lerende organisatie: systemisch denken, persoonlijk meesterschap, mentale modellen, gedeelde visie en teamleren. Het boek ging de geschiedenis in als een van de invloedrijkste managementwerken uit de afgelopen decennia: Harvard Business Review noemde het een ‘seminal management book of the last 75 years’, en de Journal of Business Strategy benoemde Senge tot ‘Strategist of the Century’.

Het concept van lerende organisaties van Senge benadrukt organisaties als levende systemen die continu leren en zich aanpassen, waarbij de nadruk ligt op collectief leren, reflectie en gedeelde visie in plaats van sturing door hiërarchie. Zijn werk is toegepast in uiteenlopende contexten — van onderwijs tot gezondheidszorg en bedrijfsleven — en is gelauwerd door diverse toonaangevende tijdschriften zoals Business Week en Fortune.

Wat Senge bijzonder maakt, is niet enkel zijn conceptuele inzichten, maar ook zijn menselijke en spirituele benadering. Hij pleit voor het belang van contemplatie en reflectie in leiderschap. Hij mediteert sinds zijn bezoek aan het Zen-bosmonnikenklooster Tassajara in 1966 en integreert die praktijken in zijn professionele inzichten.